Wat is evolutie?
QUESTION: Wat is evolutie?ANSWER:Evolutie wordt in technische zin gedefinieerd als: "een geleidelijk proces waarin iets verandert in een andere en gewoonlijk complexere of betere vorm." Het bekendste gebruik van het woord "evolutie" is het proces waarmee een organisme zich na verloop van tijd, als reactie op zijn omgeving, tot een complexere levensvorm ontwikkelt. De evolutietheorie is tegenwoordig het populairste idee over het ontstaan van het leven in zijn tegenwoordige toestand. Evolutie als een biologisch mechanisme wordt gedreven door natuurlijke selectie. Veel wetenschappers geven de voorkeur aan deze theorie als verklaring voor de natuurlijke verschijnselen. Die voorkeur is zó sterk, dat de theorie in het algemeen als een feit wordt aangenomen.
In werkelijkheid is de evolutietheorie niet onomstreden. Natuurlijk bestaan er godsdienstige bezwaren. Maar een diepere analyse van de evolutieleer leidt op zich al tot twijfels en vragen, die de wetenschappelijke gemeenschap niet goed kan beantwoorden. Evolutie is nooit echt bewezen en de meeste wetenschappers geven dit ook toe. Het is ironisch dat veel evolutionisten de theorie verdedigen met argumenten waarvan fundamentele Christenen voorheen werden beschuldigd, zoals "het is gewoon het meest voor de hand liggende", "omdat ik erin geloof", of "omdat ik weiger het tegenovergestelde te geloven". Deze wetenschappers vullen de gaten in hun levensbeschouwelijke model met redelijke aannames (iets waarvoor creationisten vaak worden bekritiseerd).
De evolutieleer heeft verscheidene belangrijke componenten: natuurlijke selectie, macro-evolutie en micro-evolutie. Evolutie bestond al lang als een theorie voordat enig bewijs voor deze componenten werd gevonden. Uiteindelijk bleken wetenschappers in staat te zijn om de data vanuit een evolutionair standpunt te interpreteren en deze kernpunten in de moderne evolutietheorie te verweven.
Natuurlijke selectie is de machine die de evolutie voortstuwt. Dit mechanisme zorgt ervoor dat "abnormale" organismen een verandering in de omgeving kunnen overleven en zo de "nieuwe normale" organismen worden. Na verloop van tijd kan een organisme, volgens de evolutietheorie, op deze manier in een totaal andere levensvorm veranderen. In de natuur kan bewijs voor natuurlijke selectie worden waargenomen, maar niet in die mate dat een complete soort zich merkbaar zou veranderen. Elke genetische mutatie, waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat ze de vorm of functie van een organisme verandert, leidt tot een handicap of tot de dood. Maar dit betekent wel dat een ecosysteem kwetsbaar is voor snelle veranderingen, omdat organismen die zich niet kunnen aanpassen gewoonlijk sterven.
Niemand twijfelt aan het bestaan van micro-evolutie. Er bestaat algemene overeenstemming over het feit dat wolven, coyotes, dingo's, jakhalzen, vossen en de honderden verschillende hondensoorten allemaal afstammen van een oorspronkelijk "hondenpaar". Het gaat hier om variatie binnen een soort,
niet om een opwaartse evolutionaire trend die van eenvoud naar complexiteit leidt zoals de Darwinistische evolutietheorie voorstelt. De variaties volgen altijd een neerwaartse trend en worden begrensd door de genetische code (honden zullen geen vleugels krijgen en zullen nooit leren vliegen). Er wordt geen nieuwe genetische informatie toegevoegd, maar er vindt altijd een verlies aan genetische informatie plaats: het oorspronkelijke hondenpaar had alle potentiële eigenschappen van al hun verschillende nakomelingen al, terwijl hun nakomelingen zelf dat potentieel hebben verloren. De oorspronkelijke hondensoort was de oorsprong van de vele soorten die later geïsoleerde genenpoelen zouden vormen. De oorspronkelijke ouders hadden alle potentiële eigenschappen al die in hun verschillende nakomelingen tot uitdrukking zijn gekomen. Dit is het enige wat door de wetenschap is waargenomen. Er is geen proces bekend waarmee genetische informatie kan worden toegevoegd.
Terwijl micro-evolutie (variaties binnen een soort) waargenomen en goed beschreven is, geldt dit niet voor macro-evolutie, een principe dat dus betwijfeld kan worden. Macro-evolutie is de overgang van de ene planten- of dierensoort naar een andere. Macro-evolutie vereist grote veranderingen in de basisfuncties van een organisme. Dit kan niet plaatsvinden tijdens het leven van een individueel organisme, dus kan het slechts het resultaat zijn van een reeks genetische mutaties. Elke in laboratoria waargenomen genetische mutatie van vorm of functie leidde tot de dood of tot een verminkte levensvorm, of maakte een eerdere mutatie ongedaan. Sommige bacteriën met genetische afwijkingen wisten antibiotica bijvoorbeeld beter te overleven dan bacteriën zonder die mutaties, maar stierven snel uit toen de antibiotica verdween. Macro-evolutie is de uitleg van de evolutionisten voor het ontstaan van de miljarden verschillende levensvormen op aarde. Het is een verandering van de ene soort in een andere.
Zoals we hierboven hebben laten zien heeft evolutie als kernmechanisme van de biologie enkele ernstige problemen. Er bestaat overweldigend bewijs dat organismen onder mutaties lijden, in plaats van er voordeel van te hebben. Het is haast onmogelijk om de balans van de ecosystemen op aarde, inclusief de relaties tussen de soorten, te verklaren middels het steeds veranderende evolutionistische wereldbeeld. In werkelijkheid is evolutie niet anders dan alle andere filosofische of godsdienstige meningen over het ontstaan van het leven. Het lijkt door enkele feiten ondersteund te worden, maar het wordt door andere feiten weerlegd. Er zitten gaten in de theorie die gevuld moeten worden met "het voordeel van de twijfel". In religieuze kringen wordt dit "geloof" genoemd.