Evolutie - De godsdienst van het evolutionisme
Darwin, Huxley, Spencer en andere vroege evolutionisten volgden niet de richting die door het wetenschappelijke bewijs werd aangegeven. Zij volgen de richting die vooral werd aangegeven door hun emotionele en geestelijke vooringenomenheid tegen God, de Bijbel en het Christendom. Met een dergelijke houding konden ze het tastbare bewijsmateriaal gemakkelijk interpreteren op een manier die de voorkeur gaf aan een materialistische uitleg van de zaken. Evolutie werd hun plaatsvervanger van God.1 Dr. Davidheiser, die aan de Universiteit van Harvard een doctorsgraad in de zoölogie ontving, legt tot in detail uit waarom een geloof in evolutie echt een geloofsovertuiging is: "Een groot aantal verschijnselen vindt onder bepaalde omstandigheden met zó'n grote regelmaat plaats dat men ze vanzelfsprekend vindt, maar men beseft niet dat hiervoor een geloof in de uniformiteit van de natuur nodig is. Maar de situatie is totaal verschillend in het geval van de evolutietheorie, omdat een groot aantal vermeende verschijnselen van de evolutie van het leven mysterieus zijn en er geloof nodig is om ze te kunnen aanvaarden."2
Evolutie, zo wordt gezegd, vereist van haar volgelingen een grotere hoeveelheid geloof dan een geloof in een bijzondere schepping. De evolutieleer is gebaseerd op een lange reeks aannames, waarvan vele ongegrond zijn en de overige onzeker. Elk van deze aannames wordt als bewezen beschouwd zodra de schrijver of spreker de volgende stap zet. Het resultaat is vergelijkbaar met de bouw van een huis bovenop een berg strohalmen.
Maar na verloop van tijd zal elk wereldbeeld dat niet waar is ontrafelen door de opeenstapeling van tegenbewijs of de ontdekking van bezwaren en tegenstrijdigheden binnen het wereldbeeld zelf. Deze ontrafeling zal doorgaan tot alleen de kern overblijft; een blind geloof met alleen maar denkbeeldige verbindingen met de werkelijke wereld. Een groot aantal valse religies, maar ook zogenaamde "wetenschappelijke" methoden (zoals de alchemie), heeft dit proces in het verleden al doorlopen. Nu is het de beurt aan de evolutietheorie. Dr. William Dembski zegt: "Darwins idee was een goed idee zolang als het duurde. Maar vanwege de vooruitgang in de technologie en in de informatie- en natuurwetenschappen (in het bijzonder de moleculaire biologie) loopt de Darwinistische goocheltruc ten einde. De tijd is gekomen om de trucs op te bergen; de rookgordijnen en de handgebaren, de "omdat dat nu eenmaal zo is" verhalen, het omzeilen van de vragen, het pochen en het bluffen. De tijd is aangebroken om wetenschappelijk te verklaren wat mensen al lang hebben geweten, namelijk dat je geen ontwerp kunt krijgen zonder een ontwerper." 3
Evolutie – Een vooringenomenheid tegen het bovennatuurlijke
De meeste wetenschappelijke bladen zijn volledig ontdaan van elke mogelijke aanwijzing dat er ooit ook maar een enkel mens is geweest die in een bijzondere schepping heeft geloofd. De auteurs aarzelen niet om strijdige theorieën te bespreken, ongeacht hoe belachelijk, zolang als ze niet serieus een bovennatuurlijk wezen zullen overwegen. De moderne wetenschap lijkt gretig voorbij te gaan aan het fundament dat werd gelegd door de grote Christelijke wetenschappers als Kepler, Newton, Joule, Boyle, Kelvin, Faraday en van Leeuwenhoek; wetenschappers die niet bang waren om voor hun geloof uit te komen en die hun ideeën over wetenschappelijke wetten hadden gebaseerd op de kennis dat er inderdaad een Schepper en Wetgever is.
Middelbare school- en universiteitsboeken volgen de trend van de wetenschappelijke bladen. Francis Crick, winnaar van de Nobelprijs in de biologie voor zijn werk over het DNA-molecuul, merkte ooit het volgende op over de Britse scholen: "Persoonlijk zou ik zelf nog verder gaan, en ik denk dat het eveneens betreurenswaardig is dat er zo veel religieus onderwijs wordt gegeven"4, een standpunt dat door veel wetenschappers in onze tijd wordt weergalmd. Maar men kan zich afvragen of het alternatief dat door deze wetenschappers wordt voorgesteld iets anders is dan slechts een andere religie. Eugenie Scott, uitvoerend directeur van het Amerikaanse nationale centrum voor het wetenschappelijk onderwijs (National Center for Science Education), probeert haar doelen niet te verhullen: "Ik ben een evangelist van de evolutie geworden".5
"Een geloof in evolutie is een ongeloofsovertuiging, slechts het tegengestelde van een geloofsovertuiging", schreef T. Robert Ingram.6 Hoewel materialistische evolutie vaak als een religie wordt gekarakteriseerd, laat een nadere beschouwing volgens Ingram zien dat het woord "ongeloofsovertuiging" een betere benadering is. En deze "ongeloofsovertuiging" kan zo diep geworteld zijn dat niets - zelfs niet het krachtigste bewijs dat men zich kan voorstellen - hen er ooit toe kan bewegen om iets anders te overwegen. Geoffrey Simmons zegt hierover:
Copyright © 2002-2021 AllAboutScience.org, Alle rechten voorbehouden